Het gewijzigde licentiemodel van Windows Server 2016

Zoals we van Windows server 2012 wisten is het licentiemodel en de prijs voor de software van het populaire besturingssysteem voor bedrijven Windows Server afhankelijk van het aantal sockets in de server. Welnu met de komst van Windows Server 2016 is dit model aangepast naar prijs per core processor en zal dit voor de meeste bedrijven een prijsvoordeel opleveren. De reden van deze aanpassing op het prijsmodel van Windows Server 2016 is dat Microsoft het aanbod voor on-premise en cloud oplossingen gelijk wil trekken. Waar Microsoft vooral in het verleden een voordeel met het oude model behaalde op concurrenten als Oracle richt het zich nu vooral op de virtuele servers in Cloud omgevingen.

Welk voordeel is er dan minimaal

Wanneer we het oude licentiemodel naast het nieuwe leggen en de cores in plaats van de sockets bekijken zien we dat de kosten per twee cores slechts een achtste zijn t.o.v. het oude licentiemodel voor versie 2012. Wel is er een minimum afname van minimaal acht cores per processor wat dus op vier licenties. Ook is er een minimum van 16 cores per computer wat neerkomt op 8 licenties per computer waardoor er wel prijsveranderingen per gebruiker zullen plaatsvinden. Overigens krijgen organisatie die de licenties via Microsoft Software Assurance afnemen de equivalente licenties voor Windows server 2016 gratis.

Datacenter licentie

Voor de datacenter licentie zijn er nu extra functionaliteiten zoals opslag replicatie, afscherming van VM’s en virtualisatie op netwerkniveau om de beveiliging van hacking voor beheerders op een hoger plan te brengen. De standaardversie moet het overigens zonder deze functionaliteiten doen. Ook mogen de datacenters licenties nu een onbeperkt aantal virtuele machines draaien voor de 2012 versie. Kortom de nieuwe versie van Windows Server 2016 heeft voor veel bedrijven een ander licentie model welke afhankelijk van hun huidige model wel eerst goed moet worden bekeken. Vaak levert het een mooi bijkomstig voordeel.